Amuse met coquilles

Een amuse met een verfijnde smaak.

Een klein feestelijk VZL-hapje! Leuk als starter van een diner. Ook perfect bij een glaasje! Dit schelpdiertje heeft een heel verfijnde smaak en is bekend als coquille, Sint-Jakobsnoot, Sint-Jakobsschelp en Grote Mantelschelp! Je hoeft de coquilles niet eerst te ontdooien. Dompel ze 2 minuten in heet water en dan zijn ze klaar om gebakken te worden. Recept voor 12 coquilles: Verwijder de steelaanzet en de draden van 50 gram sugar snaps en kook ze 3 minuten. Giet af, spoel af met koud water en snijd in dunne reepjes. Snijd van een half bakje bieslook de look in stukjes van 4 cm. Snijd met een dunschiller de gele schil van een halve citroen en snijd deze in flinterdunne reepjes. Pers de vrucht uit. Was een zoete puntpaprika, verwijder de zaadlijsten en de pitten en snijd er flinterdunne reepjes van. Maak een dressing van een halve eetlepel citroensap, 3 eetlepels olijfolie extra vierge, 1 theelepel agavesiroop en peper en zout naar smaak. Schep de sugar snaps, de bieslook, de citroenreepjes en de paprika om met de dressing. Verhit de rest van de olie in een pan. Bak de Sint-Jakobsschelpen op hoog vuur in 2 minuten rondom bruin. Verdeel over 4 borden en leg op elke schelp een plukje groen.